De ondraaglijke gewichtloosheid van private space cowboys

Deze zomervakantie hebben we ons gezin met een LEGO-set verwend: de Discovery Space Shuttle en de Hubble Telescope. Lekker bouwen met z'n vieren aan tafel bij slecht weer: deden we nog eens wat samen met die tieners van ons. En wat staken de Shuttle en de Hubble weergaloos knap in elkaar.

Ik werd zelfs even nostalgisch toen ik vertelde hoe ik als kind naar de Space Shuttles op televisie keek, de lancering én de thuiskomst, de witte hittetegels bruin en zwart geblakerd. De astronauten als helden onthaald. Ik was gék op de ruimte toen, had er een stapel boeken over ook.

Waarom ben ik dan helemaal niet enthousiast over Branson en Bezos in space? Het klòpt gewoon niet, zo rijk zijn dat je je eigen trip naar de ruimte kunt financieren. Het algemeen belang vér voorbij.

17 miljoen euro

Ik zie dat hun reisjes naar de ruimte als mijlpalen zijn onthaald; en ik heb de video's gezien van beide jongens-miljardairs die hun droom waarmaakten. En de prijzen van een zitje, die ook. Wat was het, 17 miljoen euro voor een plek in de Amazon space bus?

Je zou beide trips ook kunnen zien als de ultieme uitwassen van de extreme ongelijkheid die ontstaan is tussen haves en have nots.

Beide überhavers hebben hun fortuin gebouwd op de ergste milieuvervuiling en loodzware arbeidsomstandigheden voor hun medewerkers, die op het randje van slavernij balanceren.

Wat hebben ze bijgedragen, teruggegeven aan de samenleving? Welk verschil maken ze in klimaatverandering, die ze mee in de hand hebben gewerkt voor eigen winst? Leert hun trip ons meer over de ruimte, zoals de Hubble dat deed?

Begane grond

Ik beeld me in dat ik me als Amazon-medewerker in een magazijn op aarde voor een hongerloon te pletter werk. Mensonterende omstandigheden. Om dan mijn CEO wuivend weer op aarde te zien en te horen hoe hij me eindelijk bedankt voor mijn bijdrage aan zijn trip.

Dan wordt het jongensachtige jolijt van cowboys Bezos en Branson toen ze even gewichtloos waren al snel ondraaglijk. Het zijn dikke middenvingers waarmee ze zeggen: dit zijn wij, dit hebben wij, en jij niet, en we geven geen fuck om jou, jouw toekomst en die van de komende generaties.

Het is een ziek statussymbool van een doorgeschoten economische logica die nu ook de ruimte voor de happy few gaat privatiseren. En na ons de zondvloed.

En het lijkt of ze er bij de Federal Aviation Administration (FAA) net zo over denken, mogelijk om andere redenen. Maar toch: B&B mogen zich voorlopig nog geen astronaut noemen. Space privateers, dan maar?


Ham de chimpansee kijkt je achter glas aan, voor hij op 31 januari 1961 de ruimte in wordt geschoten.


#GerritKeeps

Waar is Jan van Loy na ‘Veertig jaar liefde’?