Life is what you make it

Ik ben alleen thuis, het gezin zit aan zee. Ik werk aan de eettafel, met zicht op straat. De regen komt neer uit een grijze hemel alsof die ergens anders hoort te vallen, verder weg, op een eiland uit een boek van Harstad.

Ik zet Talk Talk op. Muziek die klinkt als de ruimte tussen regendruppels.

Life is what you make it / Celebrate it / Anticipate it / Yesterday's faded

Ik denk dat ik me eenzaam voel. Mezelf maar moeilijk vind. Maar minder nu Hollis I don’t believe you zingt, en April 5th.

Ik denk na over schrijven. Mezelf als schrijver. Mijn volgende boek, een blok. Mijn plaats, waar? Waarheen? Het is even wazig allemaal als het raamfolie dat van de straat een abstract schilderij maakt.

Ik bekom nog van de klap die de stilte was die volgde op LEN. Ik leef vaak in mijn jeugdjaren, deze maanden. Ik weet niet waarom. Mijn helderste momenten heb ik wanneer ik mezelf te hard train op voorgeprogrammeerde fitnesstoestellen.

Ik heb geen zin om te lezen. Is er wat mis met leegte, dan? Stilstaan is toch niet achteruitgaan?

Ik Google ‘Mark Hollis’ en lees:

He was clearly still in love with music, but was on the cusp of transferring that love to a private sphere. Exposing his own work to public inspection, via a marketplace requiring him to pick it apart and bare himself to unwanted explication, was too much of a heavy load. It punished the music too harshly.

But in hindsight his reputation will remain untarnished by his refusal to come back. He chose to leave his art where it lay, for others to examine. Artists denying the relentless requirement for product are quick to be labelled ‘reclusive’. But unlike, say, Nick Drake, Hollis was no dysfunctional hermit, but a family man, spotted now and then around his Wimbledon neighbourhood and who apparently enjoyed recreational motorcycling.

Er valt halverwege veel te zeggen voor terugtrekken, gezin en voetbal af en toe. Ik denk vaak aan Wolfgang Herrndorf. Aan ruimte tussen regendruppels.

He chose to leave his art where it lay.


Foto. Gerrit als lachende kleuter in de tuin van grootouders, in vergeelde seventies kleuren.


Waar is Jan van Loy na ‘Veertig jaar liefde’?

Zeep van Shilpa Gupta (MUHKA)